Verkrijgende verjaring?
De uitzending van De Rijdende Rechter deed Albert meteen aan Jeannette, zijn buurvrouw, denken. Hij woonde al 8 jaar met veel plezier in zijn woning, ware het niet dat hij in onmin leefde met Jeannette. Zij woonde er al veel langer dan Albert, en bleek een liefhebber van ‘ wild tuinieren’.
Vanaf zijn zolder kon Albert duidelijk zien dat de liguster-afscheidingshaag tussen zijn perceel en dat van Jeannette kronkelde. Deze verdraaiing van de heg was zodanig, dat volgens Albert uiteindelijk een halve meter van zijn tuin bij die van Jeannette werd getrokken. Vandaar dat hij bij het zien van de Rijdende Rechter direct aan Jeannette dacht.
Daags na de uitzending belde Albert het Kadaster, die snel kwam opmeten. En ja hoor, Albert had gelijk, de heg stond voor het grootste deel op zijn perceel.
Zoals Albert al verwachtte weigerde Jeannette de heg te verplaatsen, en dus schakelde hij de rechter in.
In de procedure die volgde beriep Jeannette zich op ‘ verkrijgende verjaring te goeder trouw’. Zij stelde dat de heg al in 1985 was geplant en dat zij niet beter wist dan dat de heg op de erfafscheiding stond.
Albert stelde van zijn kant dat iedereen toch kon zien dat de heg kronkelde, en wel zodanig dat het duidelijk was dat deze een deel van zijn perceel in beslag nam. En als iedereen het kon zien, dan moest Jeannette het ook hebben gezien. Geen goede trouw aan haar kant dus, zodat er van verjaring te goeder trouw geen sprake was.
Jeannette overlegde in de procedure een verklaring van de heer Waasdorp, haar voormalige buurman, de voorganger van Albert. Deze heer Waasdorp stelde in zijn verklaring dat de heg destijds door Jeannette’s voormalige vriend was geplant. Dit was niet in overleg met de heer Waasdorp gebeurd, maar de heer Waasdorp had de vriend wel zijn schep uitgeleend voor het planten van de heg.
Dit laatste was voor de rechter voldoende op tot ‘ verkrijgende verjaring te goeder trouw’ te concluderen. De heer Waasdorp had de vriend van Jeannette destijds zijn schep uitgeleend, en wist dus van de werkzaamheden. Hij heeft daarna nooit een opmerking gemaakt tegen Jeannette dat de heg op zijn perceel stond, en Jeannette speelde de vermoorde onschuld. De heg bleef staan.
Zo kan het recht vreemd lopen. Wat als in 1985 de schep niet was uitgeleend?